Het Nederlands elftal bestaat sinds 1905. Sindsdien speelde het team vele interlands en beleefde het mooie successen. Het absolute hoogtepunt is de winst van het EK in Duitsland in 1988.
Het elftal van Rinus Michels spreekt nog altijd tot de verbeelding met Marco van Basten en aanvoerder Ruud Gullit als absolute helden. Van Basten, die na een blessure als wisselspeler aan het toernooi begon, maakte indruk met een hattrick tegen Engeland, zijn winnende treffer in de halve finale tegen Duitsland (2-1) en zijn wonderschone doelpunt in de finale tegen de Sovjet-Unie (2-0 winst).
Ruud Gullit had in de eindstrijd met een snoeiharde kopbal de 1-0 op scorebord gezet. Na de winst van het EK barstte er een heus volksfeest los met een rondvaarttocht door de Amsterdamse grachten. Het was het begin van de oranjefeesten, al werd het elftal al langer op handen gedragen.
Eerste interland
Het Nederlands elftal speelde zijn eerste interland op 30 april 1905, vriendschappelijk tegen België. Oranje won, na verlenging, met 1-4. In die tijd was de Olympische Spelen het hoofddoel. Nederland was daarin in de eerste jaren bijzonder succesvol. Zowel in 1908, 1912 als 1920 werd een bronzen medaille gewonnen.
Daarna kwamen de WK's en EK's. Op het WK van 1934 en het WK van 1938 kon Oranje na één wedstrijd weer naar huis. Respectievelijk Zwitserland (3-2) en Tsjecho-Slowakije (3-0) waren te sterk. Daarna kwam Nederland in 1974 pas weer in actie op een eindronde.
Het werd een memorabel toernooi. Onder de hoede van Rinus Michels en aan de hand van Johan Cruijff en Willem van Hanegem speelde de ploeg totaalvoetbal, de basis voor de huidige gewenste manier van spelen van het nationale elftal.
Oranje domineerde in West-Duitsland en verbaasde de wereld. Het toernooi was echter één wedstrijd te lang. Het gastland won de finale met 2-1. Johan Neeskens schoot Oranje vanaf de penaltystip nog wel op 1-0. De Duitsers hadden op had moment nog geen balbezit gehad. Paul Breitner (eveneens strafschop) en Gerd Müller bezorgden het gastland alsnog de wereldtitel.
Weer de finale
Vier jaar later waren onder andere Cruijff en Van Hanegem er niet bij. Desondanks bereikte Nederland weer de finale. Dit keer was Argentinië na verlenging te sterk. De bal op de paal van Rob Rensenbrink zit bij menig voetballiefhebber voor altijd in het geheugen gegrift.
Ondertussen had Oranje ook zijn debuut gemaakt op het EK. In 1976 eindigde de ploeg als derde, vier jaar later was de eerste ronde het eindstation. Hierna braken acht mindere jaren aan zonder eindtoernooi. In 1988 was Oranje er op het EK weer bij. Het resultaat is bekend. Met hoge verwachtingen toog de ploeg twee jaar later onder leiding van Leo Beenhakker richting het WK in Italië. Het werd een teleurstelling. Oranje speelde in de poulefase drie keer gelijk en verloor in de achtste finale met 2-1 van Duitsland.
Verlies na strafschoppen
In de jaren die volgden was Oranje vaak dicht bij succes. De ploeg strandde in de halve finale van het EK in 1992 na strafschoppen tegen Denemarken. Op het WK in 1994 verloor Oranje in de kwartfinale tegen Brazilië (3-2). Na een minder EK in 1996 (kwartfinale), speelde de ploeg een sterk WK in Frankrijk. Oranje werd vierde, maar was bijzonder dicht bij de finale. De 2-1 overwinning op Argentinië in de kwartfinale, met een schitterend doelpunt van Dennis Bergkamp, was het hoogtepunt van het toernooi. Brazilië won uiteindelijk na strafschoppen in de halve finale.
In 2000 organiseerde Nederland voor het eerst zelf een eindronde. Samen met België was het gastland van het EK. Na een moeizame en gelukkige zege op Tsjechië (1-0) kwam Oranje helemaal los. Onder leiding van bondscoach Frank Rijkaard won de ploeg met 3-0 van Denemarken en 3-2 van Frankrijk. Vervolgens werd Joegoslavië met maar liefst 6-1 opgerold. Nederland leefde op een roze wolk. De Europese titel lag voor het grijpen. Helemaal toen Italië in de halve finale al vroeg met tien man kwam te staan. Oranje kreeg kans na kans, miste zelfs twee strafschoppen, maar de bal wilde er niet in. Uiteindelijk werd er ook gemist in de strafschoppenserie. De Nederlandse droom spatte uiteen.
Successen na teleurstellingen
Dit verlies dreunde nog even na. Oranje plaatste zich niet voor het WK in 2002. Op het EK twee jaar later in Portugal won Oranje eindelijk een strafschoppenserie (tegen Zweden), maar was gastland Portugal in de halve finale te sterk. Op het WK 2006 was Portugal opnieuw te sterk, nu in de achtste finale (1-0).
Oranje begon het EK in 2008 wervelend met een 3-0 zege op Wereldkampioen Italië en een 4-1 overwinning op Frankrijk. In de achtste finale verloor het echter volkomen onverwacht na verlenging in de kwartfinale van Rusland.
Tweede in Zuid-Afrika
Twee jaar later speelde Nederland minder wervelend, maar was het wel bijzonder effectief op het WK in Zuid-Afrika. Uiteindelijk bereikte de ploeg onder bondscoach Bert van Marwijk zelfs de finale. Hoogtepunten waren de overwinningen op Brazilië (kwartfinale 2-1) en Uruguay (halve finale 3-2). In de finale was Spanje met 1-0 na verlenging te sterk.
Het doelpunt van Andrès Iniesta viel nadat eerder John Heitinga met twee keer geel van het veld was gestuurd. De kans van Arjen Robben bij een 0-0 stand werd een nationaal trauma. Doelman Iker Casillas redde de bal maar net met de punt van zijn voet. De prestaties van Oranje zorgden voor enorme oranjefeesten in het land. Terug in Nederland werd de ploeg gehuldigd op het Museumplein en volgde opnieuw een rondvaart door de Amsterdamse grachten.
Verrassing in Brazilië
Het EK twee jaar later in Oekraïne en Polen werd een grote teleurstelling. Oranje verloor alle groepsduels en kon direct naar huis.
Zonder verwachtingen vertrok de ploeg in 2014 richting het WK in Brazilië. De ploeg van bondscoach Louis van Gaal verraste echter vriend en vijand. Tijdens de eerste wedstrijd won de ploeg direct in een wonderlijke wedtrijd met 5-1 van Wereld- en Europees kampioen Spanje. De duikkopbal van Robin van Persie was ongelooflijk mooi.
Ook de strafschoppenserie tegen Costa Rica in de kwartfinale was memorabel. Van Gaal haalde vlak voor het einde van de verlenging doelman Jasper Cillessen naar de kant en bracht Tim Krul als 'penaltykiller'. De doelman maakte zijn status waar en hielp Oranje naar de halve finale. Daarin moesten opnieuw strafschoppen de beslissing brengen. Cillessen kon zijn ploeg echter niet naar de finale loodsen. Uiteindelijk zegevierde Oranje wel in de troostfinale. Gastland Brazilië werd met maar liefst 3-0 verslagen.
Niet naar het EK
De kwalificatie voor het EK 2016 in Frankrijk werd een grote teleurstelling. Nederland verloor twee keer van IJsland en pakte tegen andere concurrenten Tsjechië en Turkije slechts één punt. Hoewel voor het eerst 24 landen in actie kwamen op de eindronde van een Europees Kampioenschap, was Nederland er niet bij. Het zorgde voor extra motivatie om er op het WK 2018 in Rusland wel bij te zijn.
In augustus 2011 was Oranje de trotse lijstaanvoerder van de FIFA-ranglijst. Een jaar eerder na het WK bekleedde het de tweede plaats. Ook aan het einde van 2011 stond Nederland op de tweede plaats. Sinds de invoering van de lijst was Oranje meestal wel bij de eerste tien te vinden. Dieptepunten waren de 22ste plaats in 1997 en de 26ste plaats in de zomer van 2016.
Meeste interlands en doelpunten
Wesley Sneijderkwam het vaakst voor Oranje in actie, maar liefst 134keer. Robin van Persie staat bovenaan de topscorerslijst.
Naam | Aantal interlands |
---|---|
1. Wesley Sneijder | 134 |
2. Edwin van der Sar | 130 |
3. Frank de Boer | 112 |
4. Rafael van der Vaart | 109 |
5. Giovanni van Bronckhorst | 106 |
6. Dirk Kuyt | 104 |
7. Robin van Persie | 102 |
8. Phillip Cocu | 101 |
9. Arjen Robben | 96 |
10. Daley Blind | 95 |
Naam | Aantal doelpunten |
---|---|
1. Robin van Persie | 50 |
2. Klaas Jan Huntelaar | 42 |
Memphis Depay | 42 |
4. Patrick Kluivert | 40 |
5. Dennis Bergkamp | 37 |
Arjen Robben | 37 |
7. Faas Wilkes | 35 |
Ruud van Nistelrooij | 35 |
9. Abe Lenstra | 33 |
Johan Cruijff | 33 |
11. Wesley Sneijder | 31 |